Profielen—Tonen instellen
Als u de beltonen, berichtensignaaltonen en andere
tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties of
bellergroepen wilt instellen en aanpassen, drukt u op
en kiest u
Instrum.
>
Profielen
.
Druk in de stand-by modus op
om het profiel te
wijzigen. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en
selecteer
OK
.
Als u een profiel wilt wijzigen, drukt u op
en kiest
u
Instrum.
>
Profielen
. Ga naar het profiel en kies
Opties
>
Aanpassen
. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op
om de opties te openen. Tonen die
zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden aangegeven
met
. U kunt elke beltoon in de lijst beluisteren
voordat u een toon kiest. Druk op een willekeurige toets
om het geluid te stoppen.
Wanneer u een toon kiest, wordt er via
Beltoondownl.
een lijst met bookmarks geopend. U kunt een bookmark
selecteren en verbinding maken met een webpagina om
tonen te downloaden.
Als u wilt dat de naam van de beller wordt uitgesproken
wanneer u wordt gebeld, selecteert u
Opties
>
Aanpassen
>
Naam beller uitspr.
>
Aan
. De naam
van de beller moet zijn opgeslagen in
Contacten
.
Als u een nieuw profiel wilt maken, kiest u
Opties
>
Nieuw maken
.
Het profiel Offline
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken
zonder verbinding te maken met het draadloze netwerk.
Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de
verbinding met het WLAN verbroken, zoals wordt
aangegeven met
in het symbool voor de signaalsterkte.
Er zijn geen draadloze telefoonsignalen naar en van het
apparaat mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden
in de Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het apparaat
gebruiken zonder (U)SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere
functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet
worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het
alarmnummer dat in het apparaat is geprogrammeerd
kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie
eerst activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat vergrendeld is, moet u de
beveiligingscode invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt
u het WLAN (indien beschikbaar) nog wel gebruiken,
bijvoorbeeld om uw e-mail te lezen of op internet te
Het apparaat aanpassen
118
browsen. Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen
wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en
gebruikt. Zie ’WLAN’ op pag. 96.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u op
en selecteert u een ander profiel. Via het apparaat wordt
de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het
signaal sterk genoeg is). Als er een Bluetooth-verbinding
actief was toen u het profiel Offline inschakelde, wordt
Bluetooth weer gedeactiveerd. De Bluetooth-verbinding
wordt automatisch opnieuw geactiveerd zodra u het
profiel Offline verlaat. Zie ’Instellingen’ op pag. 100.