
Verbindingsbeheer
Druk op
en selecteer
Connect.
>
Verb.beh.
.
Als u de status van gegevensverbindingen wilt bekijken
of een verbinding wilt verbreken in een GSM- of UMTS-
netwerk of een WLAN-netwerk, kiest u
Act. geg.verb.
.
Als u wilt zoeken naar de beschikbare WLAN-netwerken
binnen het bereik, kiest u
Beschk. WLAN
.
Gegevensverbindingen
In de weergave met actieve verbindingen, kunt
u de geopende gegevensverbindingen bekijken:
gegevensoproepen (
), pakketgegevensverbindingen (
)
en WLAN-verbindingen (
).
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door
de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan
variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,
afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer
Opties
>
Verb. verbreken
om een verbinding
te beëindigen. Selecteer
Opties
>
Alle verb. verbrek.
als u alle geopende verbindingen wilt sluiten.
Als u de details van een verbinding wilt bekijken, kiest
u
Opties
>
Gegevens
. Welke details worden weergegeven,
is afhankelijk van het type verbinding.
WLAN
In de weergave voor de beschikbare WLAN-netwerken
worden een lijst met WLAN-netwerken binnen het
bereik weergegeven, de bijbehorende netwerkmodus
(
Infrastructuur
of
Ad-hoc
) en een symbool voor de
signaalsterkte weergegeven.
wordt weergegeven voor
netwerken met codering en
als uw apparaat een
actieve verbinding heeft in het netwerk.
Als u de details van een netwerk wilt bekijken,
kiest u
Opties
>
Gegevens
.
Een IAP maken
1
Druk op
en selecteer
Connect.
>
Verb.beh.
>
Beschk. WLAN
.
2
Er wordt gezocht naar WLAN-netwerken binnen het
bereik. Blader naar het netwerk waarin u een IAP wilt
maken en selecteer
Opties
>
Toeg.pt definiëren
.
3
Het apparaat maakt een IAP met de
standaardinstellingen. Zie ’Gegevensverbindingen en
toegangspunten’ op pag. 129 als u deze instellingen
wilt bekijken of wijzigen.

Co
nnectiviteit
106