Eigen netwerk
Het apparaat is compatibel met UPnP. Met een
WLAN-toegangspunt of -router kunt u een eigen netwerk
maken en compatibele UPnP-apparaten op het netwerk
aansluiten die WLAN-netwerken ondersteunen, zoals een
Nokia-apparaat, een compatibele pc, een compatibele
printer, een compatibel geluidssysteem, een compatibele
tv of een geluidssysteem of tv voorzien van een
compatibele draadloze multimedia-ontvanger.
Als u de WLAN-functionaliteit van het Nokia-apparaat
wilt gebruiken in een eigen netwerk, hebt u een werkend
WLAN-netwerk nodig, moeten de andere apparaten
geschikt zijn voor UPnP en verbinding hebben met
hetzelfde netwerk.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in
Galerij
,
delen met andere compatibele UPnP-apparaten via het
eigen netwerk. Als u de instellingen wilt beheren voor
Eigen netw.
, drukt u op
en selecteert u
Connect.
>
Eigen netw.
. U kunt via het eigen netwerk ook
compatibele mediabestanden uit
Galerij
bekijken,
afspelen, kopiëren of afdrukken. Zie ’Mediabestanden
bekijken’ op pag. 108.
In het eigen netwerk worden de beveiligingsinstellingen
van de WLAN-verbinding gebruikt. Gebruik de
voorziening voor het eigen netwerk in een WLAN-
infrastructuurnetwerk met een WLAN-toegangspunt
en ingeschakelde codering.
Belangrijk: Schakel altijd een van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw
draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik
van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige
toegang tot uw gegevens.
Uw apparaat wordt alleen met het eigen netwerk
verbonden als u een verbindingsverzoek van een ander
apparaat accepteert of als u in
Galerij
de optie selecteert
voor het weergeven, afspelen, afdrukken of kopiëren van
mediabestanden op het Nokia-apparaat of naar andere
apparaten zoekt in
Eigen netw.
.
Co
nnectiviteit
107
Belangrijke informatie over beveiliging
Schakel bij het configureren van het eigen WLAN-netwerk
een coderingsmethode in, eerst op uw toegangspunt
en vervolgens op de andere compatibele apparaten die
u op het eigen netwerk wilt aansluiten. Raadpleeg de
documentatie van de apparaten. Houd wachtwoorden
geheim en bewaar deze op een veilige plek, afzonderlijk
van de apparaten.
Zie ’Gegevensverbindingen en toegangspunten’
op pag. 129 als u de instellingen van het WLAN-IAP
wilt bekijken of wijzigen in het Nokia-apparaat.
Als u de ad-hoc modus gebruikt om een eigen netwerk te
maken met een compatibel apparaat, schakelt u een van de
coderingsmethoden in
WLAN-beveil.modus
in wanneer
u het IAP instelt. Met deze stap beperkt u het risico
dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot het ad
hoc netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat wordt
geprobeerd verbinding te maken met uw apparaat en met
het eigen netwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen
van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering,
schakelt u het delen van bestanden met andere apparaten
uit of schakelt u het delen van privé-mediabestanden uit.
Zie ’Instellingen voor het eigen netwerk’ op pag. 107 als
u de instellingen voor delen wilt wijzigen.
UPnP-wizard
Wanneer u de toepassing Eigen netwerk voor het eerst
opent, wordt de installatiewizard geopend. Deze helpt u bij
het definiëren van de apparaatinstellingen voor het eigen
netwerk. Als u de installatiewizard later wilt gebruiken,
gaat u naar de hoofdweergave van het eigen netwerk
en selecteert u
Opties
>
Wizard uitvoeren
. Vervolgens
volgt u de aanwijzingen op het scherm.
Als u een compatibele pc met het eigen netwerk wilt
verbinden, installeert u de Home Media Server-software
vanaf de dvd-rom die bij het apparaat is geleverd.
Instellingen voor het eigen netwerk
Als u mediabestanden die zijn opgeslagen in
Galerij
wilt
delen met andere compatibele UPnP-apparaten via een
WLAN-netwerk, moet u eerst het WLAN-IAP configureren
en vervolgens de toepassing
Eigen netw.
instellen.
Zie ’WLAN’ op pag. 96.
De opties met betrekking tot
Eigen netw.
zijn niet
beschikbaar in
Galerij
voordat de instellingen voor
Eigen netw.
zijn geconfigureerd.
Instellingen configureren
Als u
Eigen netw.
wilt configureren, selecteert
u
Connect.
>
Eigen netw.
>
Instellingen
en maakt
u een keuze uit de volgende opties:
Co
nnectiviteit
108
Eigen toegangspunt
—Selecteer
Altijd vragen
als u wilt
dat het apparaat telkens naar het toegangspunt van het
eigen netwerk vraagt wanneer u verbinding met het
eigen netwerk maakt,
Nieuw maken
als u een nieuw
toegangspunt van het eigen netwerk wilt maken of
Geen
.
Als voor uw eigen netwerk geen beveiligingsinstellingen
zijn ingeschakeld, krijgt u een beveiligingswaarschuwing.
U kunt doorgaan en de WLAN-beveiliging later inschakelen
of u kunt het definiëren van het toegangspunt annuleren
en eerst de WLAN-beveiliging inschakelen. Zie WLAN in
’Toegangspunten’ op pag. 129.
Apparaatnaam
—Geef een naam op voor het apparaat.
Deze naam is zichtbaar voor de andere compatibele
apparaten in het eigen netwerk.
Delen inschakelen en inhoud definiëren
Kies
Connect.
>
Eigen netw.
>
Inhoud delen
.
Inhoud delen
—Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten toestaan
of weigeren. Schakel
Inhoud delen
pas in wanneer u alle
andere instellingen hebt geconfigureerd. Als u
Inhoud
delen
instelt, kunnen de bestanden die u hebt geselecteerd
voor delen in
Afbeeldingen en video
en
Muziek
worden
bekeken en gekopieerd vanaf UPnP-compatibele apparaten
in het eigen netwerk.
Als u mediabestanden wilt selecteren om met andere
apparaten te delen vanuit
Afbeeldingen en video
en
Muziek
of als u de status voor delen wilt bekijken,
selecteert u
Inhoud delen
.
Mediabestanden bekijken
Als u een compatibele pc met het eigen netwerk wilt
verbinden, installeert u de Home Media Server-software
vanaf de dvd-rom die bij het Nokia-apparaat is geleverd.
Als
Inhoud delen
voor het apparaat is ingeschakeld,
kunnen de mediabestanden die u hebt geselecteerd voor
delen in
Inhoud delen
, worden bekeken en gekopieerd
vanaf UPnP-compatibele apparaten in het eigen netwerk.
Als u niet wilt dat uw bestanden toegankelijk zijn voor
andere apparaten, schakelt u
Inhoud delen
uit. Zelfs als
Inhoud delen
in uw apparaat is uitgeschakeld, kunt u de
mediabestanden die zijn opgeslagen in een ander apparaat
in het eigen netwerk, nog wel bekijken en kopiëren als dit
op het andere apparaat is toegestaan.
Mediabestanden die in het apparaat
zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk om afbeeldingen, video's en
geluidsclips te selecteren die op uw apparaat zijn
opgeslagen en deze weer te geven op een ander
apparaat in het eigen netwerk, zoals een compatibele tv:
1
Selecteer in
Galerij
een afbeelding, een videoclip
of een geluidsclip.
2
Kies
Opties
>
Tonen via eigen netw.
.
Co
nnectiviteit
109
3
Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De afbeeldingen
worden zowel in het andere netwerkapparaat als in
uw apparaat weergegeven en de video- en geluidsclips
worden alleen afgespeeld op het andere apparaat.
Mediabestanden die in het andere apparaat
zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk als u mediabestanden wilt selecteren
die op een ander apparaat in het eigen netwerk zijn
opgeslagen en u deze vervolgens in het apparaat
(of op een compatibele tv) wilt weergeven:
1
Ga naar
Galerij
en selecteer
Eigen netwerk
. Op uw
apparaat wordt gezocht naar andere compatibele
apparaten. De namen van gevonden apparaten
verschijnen op het scherm.
2
Selecteer een apparaat in de lijst.
3
Selecteer het type media dat u wilt bekijken op het
andere apparaat. De beschikbare bestandstypen zijn
afhankelijk van de functies van het andere apparaat.
4
Selecteer de afbeelding, videoclip of muziekclip die
u wilt weergeven en kies
Opties
>
Tonen via eigen
netw.
(afbeeldingen en video) of
Afsp. via eigen
netw.
(muziek).
5
Selecteer het apparaat waarin het bestand wordt
weergegeven.
Als u het delen van het mediabestand wilt beëindigen,
kiest u
Opties
>
Tonen stoppen
.
Als u afbeeldingen die zijn opgeslagen in
Galerij
wilt
afdrukken via
Eigen netw.
met een UPnP-compatibele
printer, selecteert u de afdrukoptie in
Galerij
.
Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 39.
Inhoud delen
hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Als u bestanden met andere criteria wilt zoeken, kiest
u
Opties
>
Zoeken
. Selecteer
Opties
>
Sorteren op
als u de gevonden bestanden wilt sorteren.
Mediabestanden kopiëren
Als u mediabestanden vanaf uw apparaat wilt kopiëren
of overbrengen naar een ander compatibel apparaat, zoals
een UPnP-compatibele pc, selecteert u een bestand in
Galerij
en
Opties
>
Verpl. en kopiëren
>
Kopie naar
eigen netw.
of
Verpl. nr eigen netw.
.
Inhoud delen
hoeft
niet te zijn ingeschakeld.
Als u bestanden vanaf het andere apparaat naar uw
apparaat wilt kopiëren of overbrengen, selecteert u een
bestand op het andere apparaat en
Opties
>
Kop. naar
telef.geh.
of
Kop. naar geh.kaart
(de naam van de
compatibele geheugenkaart als deze beschikbaar is).
Inhoud delen
hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Co
nnectiviteit
110